Functies van de lever
In de lever spelen zich ongeveer 600 verschillende processen af. In de lever worden allerlei stoffen geproduceerd, zoals vetten en eiwitten. Daarnaast maakt de lever giftige stoffen, zoals medicijnen of alcohol onschadelijk en speelt de lever een belangrijke rol bij de energiehuishouding. Zonder lever kan de mens niet leven. Wanneer de lever onherstelbaar is beschadigd, is een levertransplantatie de enige kans op genezing.
Hieronder staan een paar belangrijke functies van de lever:
- Koolhydraatstofwisseling
Bij de vertering van voedsel komen suikers vrij zoals glucose. Deze suikers worden via het bloed naar de lever gebracht. De lever slaat suiker op, dat we niet direct nodig hebben, in de levercellen als glycogeen (zetmeel). Een gezonde lever bevat altijd veel glycogeen. Wanneer we behoefte hebben aan extra suikers, zet de lever glycogeen weer om in glucose. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens inspanning en sporten. Glucose wordt vervolgens afgegeven aan het bloed, wat energie levert om te bewegen. Op die manier speelt de lever een belangrijke rol bij het constant houden van de bloedsuikerspiegel. - Eiwitstofwisseling
Bij de vertering van eiwitten in de dunne darm ontstaan aminozuren. Deze worden via het bloed naar de lever getransporteerd. De lever kan van deze aminozuren nieuwe, bruikbare eiwitten vormen. De bruikbare eiwitten geeft de lever af aan het bloed, dat de eiwitten door het lichaam verspreid. Eiwitten zijn bijvoorbeeld belangrijk bij de opbouw van spierweefsel.
- Daarnaast worden in de lever een aantal belangrijke bloedeiwitten gevormd; onder andere globuline, dat een belangrijke rol speelt bij de afweer tegen ziekteverwekkers. En protrombine, dat een rol speelt bij de bloedstolling.
- Vetstofwisseling
In de dunne darm vindt de vertering van vetten plaats. Hierbij ontstaan vetzuren. Deze vetzuren worden via het bloed naar de lever getransporteerd. De lever verandert de vetzuren van structuur. Zogenaamde verzadigde vetten verandert de lever in onverzadigde vetten. Deze zijn beter bruikbaar voor de stofwisseling. Onverzadigde vetten kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden als brandstof, of omgezet worden in lichaamsvet. - Ontgiften
Ons lichaam krijgt dagelijks te maken met schadelijke stoffen. Bijvoorbeeld door stoffen die we inademen of die we met onze voeding binnenkrijgen. Maar ook door roken, alcoholgebruik en gebruik van medicijnen komen schadelijke stoffen ons lichaam binnen.
Daarnaast kunnen bij de stofwisseling producten ontstaan die schadelijk zijn voor het lichaam. De lever neemt deze "giftige" stoffen op uit het bloed, en maakt ze onschadelijk. De lever doet dit door de schadelijke stoffen te binden aan een bepaald eiwit: gluconzuur. Of door de schadelijke stoffen van structuur (opbouw) te veranderen, waardoor ze onschadelijk worden. De onschadelijk gemaakte stoffen worden vervolgens met de galvloeistof of urine uit het lichaam verwijderd. - Vorming van gal
Levercellen produceren galvloeistof. Via de galwegen wordt de galvloeistof naar de galblaas getransporteerd. Als we vet eten, trekt de galblaas samen. Hierdoor wordt galvloeistof afgegeven aan de dunne darm. De galvloeistof is daar nodig voor een goede vertering van vetten. - Opslagfunctie
In de levercellen kunnen allerlei stoffen opgeslagen worden. Bijvoorbeeld glycogeen, zoals hierboven bij ‘koolhydraatstofwisseling’ te lezen is. Ook vetten, aminozuren, vitamines en metalen zoals ijzer en koper kunnen in de levercellen worden opgeslagen, totdat het lichaam ze nodig heeft.
Maak jouw eigen website met JouwWeb